Slapen

Ik wil slapen. Gewoon ondergaan in een wereld die er niet langer is zodat mijn vermoeidheid me niet langer parten speelt. Het huilen van de wind zal niet tot mijn bevroren botten doordringen. Langzaam zal ik smelten. Dan lig ik als een flinke plas op bevuilde straten. Men zal in me stappen en het opspattende water zal in hun verweerde smoelen plenzen, zonder te weten dat het mijn sap is dat hun de ogen opent. Ze zien wat liever niet gezien wordt maar kunnen de ogen nergens meer voor sluiten. Het zal als een mokerslag binnenkomen. De gestoorde breinen zullen proberen het te verdringen, tegen beter weten in.

Ik ben niet te vergeten. Wie mij vergeten wil zal geconfronteerd worden met rusteloosheid. In de hoeken van de geest zal ik altijd op de achtergrond aanwezig zijn. Als een gezwel dat voortwoekert, zonder dat de vinger op de zere plek gelegd kan worden. Mijn cellen zullen zich steeds vaker vermenigvuldigen, net zo lang tot de uitzaaiingen hun weg gebaand hebben door het hele lijf en er geen bestraling meer afdoende zal zijn. En dan is het te laat om nog spijt te hebben. Een proces van pijn, kommer en kwel zal hen ten deel vallen. Niemand zal aan het ziekbed staan, omdat de hoop al lang geleden is opgegeven.

Laat me dus slapen en vergeet me nooit. Ik ben het. Ik was het al die tijd al. Leer liefhebben zoals je lief zou moeten hebben. Neuk niet langer uit lust maar uit genegenheid. Denk aan wat je van me geleerd hebt. Die slet, met haar nimmer aflatende honger naar meer. Ze was wijzer dan je dacht. Ze heeft je geliefkoosd met haar verlepte lijf. Je geproefd en gedronken, met een mond die al lang geen smaak meer onderscheidde. Bevredig, met de passie die je voelde toen je door mij bevredigd werd. Zorg voor een smeken naar meer.

Ik zal in de tussentijd slapen, om pas te ontwaken als het doorgedrongen is.

Published in: on 22/11/2009 at 10:12  Geef een reactie  

Geen weg terug

Zijn zware geslacht rust in mijn hand. Ondanks zijn afmetingen blijft het slechts een klein aanhangsel van een groter geheel. De echte lul staat namelijk voor me en torent hoog boven me uit. De blik in zijn ogen laat een huivering door mijn lichaam sidderen. Hij wil imponeren met zijn lid. Het zal hem niet lukken. Al teveel mannelijke vleesbomen hebben de gaten in mijn lichaam  gevuld om nog enigszins onder de indruk te raken. Het gaat aan me voorbij als de Maas aan Rotterdam. Ik ben een object en zal nooit anders zijn. De heren kotsen hun zaadcellen in me uit zonder één greintje respect voor mijn moederschoot. Ze spugen het in mijn mond alsof het een waar levenselixer is. Ik drink het, om te krijgen wat ik hebben wil. Mijn moment komt pas als alles slap en weerloos is. De zwarte weduwe in mij wordt wakker en er is geen weg meer terug.

Ik vermorzel en bederf. Het vlees is sowieso zwak, maar na mij zal het zwakker zijn dan ooit. De prestatiedrang zal ongekend zijn. Echter zal presteren niet langer meer tot de mogelijkheden behoren. Begrijpende blikken, afkeurend gehoon en hooghartig gebazel zullen zijn deel worden. Al wordt alles uit de kast getrokken, met een vlijmscherp besef realiseert hij zich dat zijn hoogtijdagen geteld zijn en dat hij zich zal moeten tevreden stellen met de restjes die er niet langer meer toe doen. De klootzak hangt uitgeblust onder het deel dat ooit als lans bestempeld mocht worden maar waar nu geen schacht meer op zit te wachten.Het is wegen of gewogen worden en in beide gevallen komt hij bedrogen uit.Het bittere vocht zal slechts nog in poedervorm aanschouwd kunnen worden, diverse pogingen tot het creëren van levenssap ten spijt.

Mijn lichaam siddert. Zijn blik spreekt boekdelen maar van een huivering is niet langer sprake. Macht geeft me een gevoel van overwinning dat zijn weerga niet kent. Mijn broze vrouwelijkheid is van ongekende schoonheid, wachtend op het kloppende paars dat zich eraan wil blootstellen. Ik ontvang. Ik slik. In onderga bestialiteiten en voel hoe ik uiteengereten word. Ik volg lijdzaam en speel mijn onderdanige rol meesterlijk. Mijn lichaam kent het klappen van de zweep en houdt zich koest. Het legt zich er bij neer. Het kan ontkennen en bekennen dat het zo moet zijn. Straks zal het uit de oude as herrijzen.

Straks, als er geen weg meer terug is.

Published in: on 20/11/2009 at 07:54  Geef een reactie  

NACHTVLINDER

Ik ben een nachtvlinder. Ik kom tot leven als het donker is en bij daglicht sterf ik steeds een zachte dood. Mijn lichaam ontpopt zich pas in duisternis, waar het schokkend orgasmeerd op de zwoele klanken uit bruingeel verlichte kroegen. Ik ben geen hoer, dat niet. Mijn lijf wil geilheid zonder de groene kleur van bankbiljetten. Lust is alles wat er is. Lust houdt de dingen helder.
En al verkoop ik mijn ziel steeds weer aan de duivel, rijker zal het me niet maken. Hooguit een beetje stiller. Maar stilte staat voor wijsheid en ben ik dus het arme al ver voorbij.

Mijn val komt altijd voor de hoogmoed. Dieper en dieper kan ik vallen. Zonder me te bezeren, aan met mij vallende brokstukken. Die raap ik uiteindelijk op en stapel ze op het zoetgeurende lava van mijn bijna uitgebluste vulkaan. Mijn vulva teert op de resten van weleer en dat is kut.
Want elke, zichzelf respecterende, vagina wil zo nu en dan eens uitgewoond worden. Maar ik ben een nachtvlinder. Een mot, die het daglicht niet verdragen kan. Terwijl neuken bij het krieken van de dag als een Walhalla is. En ik heb gestreden als een Viking, maar die hemel is mij niet gegund. Die droom is een Utopie geworden waaruit maar moeilijk te ontwaken valt.

Ik sta doelloos onder een zwak verlichte straatlantaarn. Een enkele, brave burger gaat aan me voorbij en laaft zich aan de zoete geur die me omringt. Ik word stukje bij beetje opgesnoven en men gaat in gedachten terug naar vervlogen tijden. De melancholie sijpelt bij me binnen en vult al mijn poriën met zijn weeïgheid. Ik ben hun voorbeeld. Ze zuchten van verlichting, omdat ze niet zijn geworden wie ik niet had willen zijn. Mijn in verval geraakte lijf stuiptrekt en laat me weten dat het bijna tijd is.

Het wordt langzaam licht. De wereld ontwaakt. Terwijl forensen tussen huis en werk pendelen sterft een nachtvlinder haar zachte dood op het trottoir, onder een straatlantaarn die zijn lichten dooft.

Published in: on 18/11/2009 at 10:37  Geef een reactie  
Tags: